De wapenspreuk van de Nederlandse infanterie luidt 'Nulli cedo' ('Ik wijk voor niets'). Dit devies moedigt de infanterist aan om onder moeilijke omstandigheden complexe en risicovolle opdrachten uit te voeren. Dat doet hij of zij niet alleen, maar in het hechte verband van een militaire eenheid. Infanteristen voelen zich sterk met elkaar verbonden door een gezamenlijke korpsgeest. Dit vormt, naast discipline en vakmanschap, de hoeksteen van het militaire bestaan. Het esprit de corps ontstaat door de korpsgeschiedenis. Het wordt gevoed door de tradities die zich binnen de eenheid nestelen en verder ontwikkelen. Dit rijk geïllustreerde boek beschrijft de geschiedenis en tradities van de zeven bestaande infanterieregimenten van de Koninklijke Landmacht, van drie opgeheven regimenten en van het Korps Commandotroepen. Bovendien geeft het een overzicht van de geschiedenis van het Wapen der Infanterie. Ik wijk voor niets is het product van een samenwerking tussen de Wapentraditieraad Infanterie, de infanterieregimenten, het Korps Commandotroepen en het Nederlands Instituut voor Militaire Historie. Een eerdere editie werd binnen de Koninklijke Landmacht gebruikt bij de opleiding van officieren en onderofficieren van het Wapen der Infanterie.