Het is pas drie jaar geleden – december 2006 – dat de volstrekt onbekende Senator Barack Obama op een strand op Hawaï besloot zich kandidaat te stellen voor het presidentschap. In het jaar daarvoor was de strategie steeds geweest dat hij voor het gouverneurschap in 2012 zou gaan en wellicht voor president in 2016. Maar zijn boeksucces en zijn inmiddels legendarische speeches zorgden ervoor dat het momentum in 2006 kwam. Het werd een momentum dat nog steeds voortduurt. De kandidaat is het onwaarschijnlijke ooggetuigenverslag van de strijd van een nieuwkomer in de Amerikaanse politiek die er zonder geld en met een gevoelig liggende naam in slaagde president van de Verenigde Staten te worden. Meer dan twintig maanden lang heeft Richard Wolffe ongelimiteerde toegang tot Obama en zijn campagneteam. Wolffe is overal bij: zowel op de ijskoude dag in Springfield wanneer Obama zijn beslissing bekendmaakt om deel te nemen aan de presidentsverkiezingen, als op de warme avond in Chicago waarop hij zijn overwinningsspeech houdt. Hij vliegt mee in het vliegtuig van de kandidaat en rijdt mee in de bus tijdens zijn odyssee door een land in crisis. Hij staat naast Obama in een bar op de avond van zijn nominatie, en in een afgeladen stadion luistert hij van achter de schermen naar zijn toespraak tijdens de Democratische conventie. Van het kantoor van een leraar in Iowa tot aan de Oval Office in Washington zien en horen we Barack Obama met een directheid en eerlijkheid zoals nooit eerder is beschreven.