Als de negentienjarige Murat Kurnaz in 2001 naar Pakistan reist om en Koranschool te bezoeken, heeft hij geen flauw idee welke ellende hem te wachten staat. Kort voor zijn terugkeer wordt hij gearresteerd en naar het Afghaanse Kandahar gedeporteerd, waar hij in een geheime gevangenis zwaar mishandeld wordt. Uiteindelijk brengen de Amerikanen hem naar het gevangenenkamp Guantánamo op Cuba. Bijna zes jaar lang moet de onschuldige Murat de hel van Guantánamo verdragen, martelingen, isoleercel, eindeloze vernederingen. Pas in 2006 wordt hij vrijgelaten.