De laatste hoofdstukken van het vorige boek, Van Bagdad naar Istanboel, hebben ons laten zien hoe Kara Ben Nemsi en zijn gezellen voor de moeilijke taak gesteld zijn om de misdadigers die hun en hun vrienden zoveel kwaad berokkend hebben, achterna te zetten. Daarmee begint hun avontuurlijke tocht door de Balkan, vanouds het onrustigste en gevaarlijkste deel van Europa. De bonte mengeling van rassen, volken, stammen en diverse godsdiensten, vol van tegenstellingen en vijandige gezindheid, die op het Balkan Schiereiland met elkander moeten leven, is wel het 'kruitvat van Europa' genoemd, en inderdaad is daaruit ook de ontploffing van de eerste Wereldoorlog met al zijn gevolgen voortgekomen. In de tijd van dit verhaal behoorde het middengedeelte vanaf Constantinopel tot het land der Albanezen aan de Adriatische Zee nog tot het Turkse rijk en in dit gebied spelen de gebeurtenissen zich af die in dit boek en de beide volgende worden verteld. Kara Ben Nemsi en zijn vrienden moeten het meer dan eens ervaren dat de Padisjah, de sultan der Turken, niet al te veel gezag uitoefent; dat menige overheidspersoon alleen voor de vermaarde baksjisj tot medewerking te krijgen is, wanneer hij al niet de heimelijke bondgenoot is van de schelmen die zij achterna zitten. Menigmaal is de fameuze zweep van nijlpaardenleer, die de kleine Hadji Halef zo indrukwekkend weet te hanteren, het enige middel om iets gedaan te krijgen, een middel dat gewoonlijk onfeilbaar uitkomst geeft. Het gezelschap reist niet meer door de Arabische woestijnen of door de bergen van Koerdistan, waar krijgshaftige stammen voor vreemdelingen voortdurend onverwachte gevaren opleveren, maar in een streek die eeuwenlang onder druk en dwang heeft geleefd en waarvan de bevolking veelal vreesachtig en bijgelovig is, zodat de moeilijkheden van heel andere aard zijn. Karl May weet ons onder het vertellen van de spannende gebeurtenissen tegelijkertijd een levendig en kleurig beeld te geven van die merkwaardige Balkanese samenleving van een kleine eeuw geleden. Hoe weet hij ze ten voeten uit te tekenen, die tiranniserende en omkoopbare 'burgemeesters', die politiemannen met grote monden en kleine harten, en al die vele uiteenlopende figuren uit het bonte volksleven: een lange reeks van onvergetelijke taferelen. Karl May werd op 25 februari 1842 in Saksen geboren als zoon van een arme wever. Toen hij nog heel jong was, wilde hij al in sprookjes getuigen van zijn grote liefde voor God, mens en dier. De jonge dromer moest nog een harde strijd voeren met zichzelf en de wereld om hem heen. Op de kweekschool werd hij vals beschuldigd van diefstal, zodat hij enige maanden in de gevangenis moest doorbrengen. Dit bracht hem ertoe de wijde ruimten van Amerika en Afrika te zoeken om zijn rust en evenwicht terug te vinden. Aldus behield hij zijn jeugdideaal: een leraar te zijn voor eenvoudige mensen. Spoedig werd hij bekend als verteller van reisavonturen, en zijn roem ging heel de wereld over met de figuren van Winnetou en Old Shatterhand in Amerika, Hadsji Halef Omar en Kara Ben Nemsi in de Oriënt. Hij stierf op 30 maart 1912; zijn werk vindt nog steeds nieuwe lezers. In Bamberg is een Karl May-museum.