De jonge avonturier Timo Spakenburg vertrekt voor drie maanden naar Malawi, waar hij aan het werk gaat voor Bokiko Safaris, een bedrijf dat in handen is van de Nederlander Maarten Cremers. Namens Bokiko Safaris komt hij in Kasungu National Park terecht bij een oefening van de Britse Infantry Battle School, waar men zich voorbereidt op deelname aan de oorlog in Afghanistan. Timo maakt kennis met de zestienjarige Afrikaanse albino Fletcher. Fletcher is altijd op zichzelf aangewezen en wordt gediscrimineerd door zijn omgeving. Mensen zijn bang voor de jongen vanwege zijn afwijkende uiterlijk. Sommige Afrikanen hebben zelfs de overtuiging dat albino's ongeluk brengen. Na een paar weken verneemt Timo dat Fletcher een andere vader heeft dan hij altijd dacht. Omdat Fletcher zelf nooit in staat zal zijn achter de identiteit van zijn biologische vader aan te gaan, vraagt hij of Timo dat voor hem zou willen doen. Op het eerste oog lijkt het verzoek onschuldig, maar gaandeweg komt Timo er achter dat er een hele geschiedenis schuilgaat achter de geboorte van Fletcher en alle ontwikkelingen sindsdien. Een geschiedenis die zelfs na zeventien jaar nog niet ten einde is gekomen.