In zijn vorige essaybundel Collega's van God speurde Joost Zwagerman met grondige kennis van zaken het levendige traject af tussen 'hoge' en 'lage' cultuur. In het wild is een voortzetting van deze werkwijze. Zo buigt hij zich over talrijke interpretaties die zijn losgelaten op Vladimir Nabokovs klassieker Lolita. Maar ook concentreert hij zich op de mengeling van glamour en reality tv in de spektakelshow All You Need Is Love. En in Anti alles haalt Zwagerman herinneringen op aan de punkgolf in de jaren zeventig. Hij zoekt naar een verklaring voor de groeiende belangstelling onder serieuze cultuurbeschouwers voor de Sex Pistols. Het zijn maar drie van de onderwerpen uit In het wild. Een greep uit de rest van het boek: de onverwoestbare eigenliefde van Anaïs Nin. De strijdbare cultuurfilosofie van Camille Paglia. Amerika volgens Saul Bellow en John Updike. De wildgroei van nieuwe generaties in kunst en literatuur. De literaire songteksten van Elvis Costello, Keith Haring en Jeff Koons als nazaten van Andy Warholl. De postmoderne horror van Bret Easton Elli. In het wild is, kortom, een bonte verzameling essays en kritieken. Maar ook dankzij de altijd energieke stijl in In het wild een nieuwe proeve van Zwagermans veelgeprezen veelzijdigheid.