Tijdens een receptie komt de schrijver August zijn grote jeugdliefde tegen, de fotografe Alma. Dat veroorzaakt een stroom van herinneringen: zijn stormachtige verliefdheid; zijn wanhoop toen Alma hem verliet voor zijn vriend, de kunstschilder Gustav; zijn tijd met Harriët die hem uiteindelijk ook verliet. En vooral zijn berusting als volwassen man.