Dat de diplomaat en dichter Constantijn Huygens een intieme band had met de Lotharingse hertogin Béatrix de Cusance, is maar weinigen bekend. Hun bewaard gebleven, meeslepende briefwisseling verschijnt nu voor het eerst integraal in druk. Nadat zijn vrouw Suzanna van Baerle – zijn Sterre – in 1637 was overleden, was Constantijn Huygens (1596-1687) ontroostbaar. 'Of droom ick, en is 't nacht, of is mijn' Sterr verdweenen?', zo begon hij zijn beroemdste gedicht: 'Ick waeck, en 't is hoogh dagh, en sie mijn' Sterre niet.' Maar hij herstelde en vond troost bij zijn kinderen, op zijn geliefde Hofwijck – en in zijn omgang met Béatrix de Cusance (1614-1663). Met Béatrix, die bekendstond als een van de mooiste en intelligentste vrouwen van haar tijd, onderhield de dichter tien jaar lang een briefwisseling, die zich nog altijd laat lezen als een spannend en ontroerend verhaal van een opwindende vriendschap.