'Er zijn alleen maar kleine hapjes informatie die zich aandienen. Hele kleine hapjes. Hele kleine hapjes. Hele kleine hapjes.' In de urbane poëzie van Hans van Willigenburg (1963) hangt de moderne mens permanent boven het tochtgat van de overvloedige informatiestromen: half begrijpend, half geïnteresseerd, half levend. Met een soms koude, soms wrange, soms hilarische pen probeert de Rotterdamse dichter dit diffuse lot bewoonbaar te maken of, in ieder geval, van zijn meest naakte maskers te ontdoen. Over Van Willigenburg's debuutbundel 'Objectief verzuipen' (2008) schreef Willem Thies (Poëzierapport): 'slim, scherp, opgewekt en grappig'. Volgens popjournalist Leon Verdonschot danst zijn prozaïsche poëzie op 'de plaag van het moderne leven'. Hans van Willigenburg was onder meer journalist bij De Volkskrant, De Groene, Quote, HP/deTijd en Bright. Zijn poëzie verscheen in diverse bloemlezingen.