Carol. Een kind van tien. Van het vrouwelijk geslacht. Donkere krullen. Iets wilds in haar blik. Een trek om de mond, droevig of boos. Smal en bleek, toch krachtig, energiek. Gemiddeld van lengte. Lijkt niet op de vader. Carol groeit op in de vroege jaren zestig. Haar wereld is nauwelijks groter dan het huis en de tuin en de straat en de kerk. Ze staat niet op familiefoto's omdat ze 'er later is bijgekomen'. Niet alleen voor haar vader is zij 'onze beste', ook voor oom Frans, die Carol graag op schoot trekt en haar geld geeft in ruil voor een zoen. Ingewikkeld kind is het indringende portret van een gelukzoekertje dat steeds opnieuw botst op onverschilligheid en onvermogen. Na de lange zomervakantie van het jaar waarin ze tien wordt, is haar leven niet meer als voorheen.