Naast een 'uiterlijk' (exoterisch) christendom heeft er altijd een 'innerlijk' (esoterisch) christendom bestaan. Het esoterisch christendom is geen institutioneel, politiek of sociaal christendom, maar een innerlijke beleving daarvan. Vormen daarvan zijn ondermeer de gnostiek uit de eerste eeuwen, maar eveneens het katharisme, de middeleeuwse mystiek, de christelijke kabbala, de alchemie, en de graallegenden. Vanaf de zeventiende eeuw is het esoterisch christendom vertegenwoordigd door mensen als Jacob Böhme, Emmanuel Swedenborg, G. Gurdjieff, Rudolf Steiner en Carl Gustav Jung. Oook de new-agebeweging houdt zich bezig met de esoterische zijde van de grote bestaande godsdiensten. De laatste jaren is er van wetenschappelijke zijde eveneens sterke interesse in de westerse esoterie en verschijnen er belangwekkende publicaties.