De begeerte om dit land te zien was overrijp; pas nu ze bevredigd is, kijg ik mijn vrienden en vaderland weer innig lief en wordt mijn terugkeer wenselijk, en wel temeer omdat ik het stellige gevoel heb dat ik zovele schatten niet tot eigen bezit en eigen gebruik meeneem, maar dat ze mij en anderen het hele leven als richtsnoer en stimulans zullen dienen.