In de jaren vijftig van de vorige eeuw is alles hecht, betrouwbaar, schokvast. Zo ook de vriendschap tussen twee broers, Ze groeien op in een dorp in de polder nabij Rotterdam. Ze delen er alles: het bed, de zandbak en hun boterhammen. De vriendschap van de broers is een besloten universum waarvan de grenzen onherroepelijk vervagen. Ze ontdekken de echte wereld. De een trekt steeds wijdere cirkels en de ander blijft dicht bij het ouderlijk huis. Hoewel ze verschillende paden bewandelen, proberen ze elkaar vast te houden. Totdat de dood hen scheidt. Maar ook dan is deze vriendschap niet voorbij.