Veel gedichten in deze nieuwe bundel van Hester Knibbe wekken in eerste instantie een indruk van onbekommerde rust, eindeloze vakantie - ja, zonder meer van idylle. Maar wie verder en tussen de regels door leest ziet iets anders, iets wat verontrust: naderend onheil, schurende leegte, vergezichten met een streep eronder. Het zijn bedrieglijke dagen. Juist die registratie van de gelijktijdigheid van geluk en ongeluk, het gewone en het opmerkelijke, het licht van een mooie dag en het duister waarin een oude moeder rondtast, het wereldschokkende en dat wat slechts een enkel leven overhoop gooit, maakt deze gedichten zo gelaagd.