In Jongeman vestigt Jacques Vingtras zich, bevrijd van de druk van onderwijs en ouders, in Parijs. Daar blijkt de betrekkelijke waarde van zijn diploma: hij kan nauwelijks het hoofd boven water houden en moet genoegen nemen met slecht betaalde baantjes van huisleraar tot kermisbokser toe. Jacques ontpopt zich als een geducht vechtersbaas met revolutionaire sympathieën, waardoor hij in het Frankrijk van Napoleon III enkele malen in gevaarlijke situaties verzeild raakt. '...Ik ken maar één voorbeeld van een boek dat nog net zo sprankelend en fris is als dat van Vallés: Woutertje Pieterse, het terzelfdertijd geschreven meesterwerk van onze eigen Multatuli...' Jaap Goedegebuure in HP/De Tijd '...Kind (het eerste deel van de Jacques Vingtras-trilogie is in meer dan één opzicht een bijzonder boek. [...] geschreven in een zeer direct proza, dat ook nu nog volstrekt modern aandoet...' Mels de jong in NRC Handelsblad