Jotie T'Hooft (1956-1977) heeft veel geschreven, maar is jong gestorven. Zijn eerste dichtbundel verscheen in 1975, zijn laatste in 1977. Slechts drie jaar lang heeft deze dichter zelf meegemaakt hoe zijn carrière een hoge vlucht nam. Postuum hebben zijn naam en zijn oeuvre mythische proporties aangenomen. Daarom is het goed het werk van T'Hooft onbevangen te lezen. Wie dat doet, zal een heel andere dichter ontdekken. In zijn achtergelaten werk straalt vooral het leven. In dit vuistdikke boek wordt zo helder mogelijk getoond wat Jotie T'Hooft tijdens zijn leven heeft geschreven. De lezer ontdekt een bonte verzameling van afgewerkte gedichten, brokstukken, brieven, recensies en beschouwingen. Vele teksten in het boek zijn niet eerder gepubliceerd. Het materiaal is chronologisch geordend. Op die manier wordt het caleidoscopische karakter van T'Hoofts werk duidelijk.