Vanaf haar geboorte op 30 april 1909 speelde zij als kroonprinses en later als koningin een prominente rol in het openbare leven van Nederland. Als prinses Juliana leidde zij de laatste jaren voor haar overlijden een teruggetrokken leven binnen de muren van Paleis Soestdijk. Er groeien inmiddels generaties op, die prinses Juliana alleen maar van 'horen zeggen' kennen. Tóch was de moeder van onze koningin en de grootmoeder van onze kroonprins de vrouw, die het uit de Tweede Wereldoorlog opkrabbelende en zich opnieuw opbouwende Nederland, tussen 1948 en 1980 warme inspiratie en een sociaal gezicht gaf. Niet voor niets noemde kroonprins Willem-Alexander op 11 september 1997 in het eerste televisie-interview, dat hij gaf aan Paul Witteman, zijn grootmoeder Juliana zijn voorbeeld, vanwege 'het sociale beeld dat zij uitstraalde'. Het was Juliana die in 1957 haar handtekening zette onder de Algemene Ouderdoms Wet (AOW), die nu in Nederland zo vanzelfsprekend gevonden wordt. Het was één van de wetten, die ze niet alleen formeel ondertekende, maar ook persoonlijk van harte steunde. Ze werkte bij de totstandkoming van de AOW nauw samen met de socialistische politicus Drees, de katholieke staatsman Beel en het protestante kamerlid Wttwaal van Stoetwegen. (de 'rode' freule) Juliana was ' als ze als enig kind van koningin Wilhelmina niet tot de kroon geroepen was ' graag maatschappelijk werkster geworden, zo heeft ze zelf meerdere malen verklaard. Tijdens de 32 jaar dat ze koningin was, heeft ze haar 'vak' niet zelden als maatschappelijk werkster ingevuld. Maar dan wel een maatschappelijk werkster met een kroon. Bert van Nieuwenhuizen is oud-redacteur Opinie van het Utrechts Nieuwsblad en publiceerde in die functie veel artikelen over de Nederlandse monarchie. In dit boek haalt hij prinses Juliana uit de schaduw van Paleis Soestdijk. Hij portretteert haar als een vorstin, die de wederopbouw en het sociale gezicht van Nederland mede sterk bepaald heeft.