Paus Julius II, alias Giuliano della Rovere, stierf op 21 februari 1513. Kort daarna circuleerde in diverse kringen, onder meer te Bazel en in Engeland, een manuscript van een 1200-tal regels. De auteur hulde zich in een waas van mysterie, maar insiders herkenden de vlijmscherpe pen van Erasmus. Zelf is hij nooit openlijk voor het vaderschap van zijn geesteskind uitgekomen, maar het lijdt nauwelijks twijfel dat het werkje aan Erasmus moet worden toegeschreven. Hij rekent er af met iemand die de belichaming was van alles wat een paus in zijn ogen niet hoorde te zijn. Julius was politiek én militair uiterst actief, had managerskwaliteiten en huldigde het principe dat het doel de middelen heiligt. Hij zag het als zijn opdracht om de Kerk als een volwaardige wereldlijke macht te profileren. Toch geeft Erasmus Julius in dit werkje volop gelegenheid zijn denkbeelden en werkwijzen uiteen te zetten. De politieke analyses die hij hem in de mond legt zijn scherpzinnig en getuigen van een goed inzicht in de eerste decennia van de 16e eeuw.