Pietro Paladini is een tevreden man: hij heeft een uitstekende baan, een goed huwelijk en een tien jaar oude dochter. Op een dag verandert zijn leven ingrijpend: 's ochtends redt hij twee toeristen van de verdrinkingsdood en 's middags thuis treft hij zijn vrouw dood aan. Vanaf dat moment neemt zijn leven een wending. Hij bekijkt de wereld en zijn omgeving met andere ogen. Hij maakt een geestelijke hergeboorte door, de liefde voor zijn dochter laait hoog op, en mensen die hij aanvankelijk als succesvol beschouwde ziet hij voortaan als sukkels. Zijn baas staat op het punt ontslagen te worden, een collega raakt in het slop door de slopende invloed van het mentale verval van diens vrouw en zoon, en een andere collega voorziet een crisis en verlaat het zinkende schip om missionaris te worden. Gaandeweg slaagt Pietro erin het leven en de liefde een nieuwe plaats in zijn bestaan te geven. De indringende stijl van Sandro Veronesi, zijn ononderbroken dans tussen het intellect en het woord, is het touw waarmee Pietro de emmer vanaf de bodem van de put naar zich toe trekt. Het resulteert in een buitengewone roman waarin hij tot een uiterst simpele waarheid komt: het inzicht dat het leven, met al zijn banaliteiten en heroïek, geaccepteerd moet worden.