'Lidy van Marissing toont zich de meesteres van het fragment, het minieme gebaar, de flits, de momentopname,' schreef de jury van de VSB Poëzieprijs 1999 bij de nominatie van Van Marissings bundel HOE ZIJ ZOEKT. 'Haar gedichten leggen niet vast, maken nooit het grote gebaar, maar trachten alles in voortdurende beweging te laten blijven. De zichtbare en ontastbare wereld lijkt gedroomd en wordt vloeiend, de droomwereld wordt tastbaar en zichtbaar.'