Nederland raakte niet betrokken in de Eerste Wereldoorlog, maar het leger bleef gedurende vier jaar gemobiliseerd. Ook in de 'Stelling van de Monden der Maas en het Haringvliet', waar Voorne toe behoorde, lagen duizenden militairen gelegerd. Kanongebulder in de verte schetst aan de hand van lokale kranten, dagboeken van burgers en officieren en diverse archieven een beeld van de mobilisatiejaren op Voorne-Putten. Op thematische wijze wordt in dit boek een overzicht gegeven van de gevolgen van de mobilisatie: de massale inkwartiering in augustus 1914, de aanleg van talloze loopgraven en batterijen langs de Rijksstraatweg, de organisatie van sportevenementen en muziek- en toneelavonden om verveling onder militairen te voorkomen, de ernstige tekorten aan levensmiddelen en brandstoffen, de gevaren van de aangespoelde zeemijnen, de angst voor de inundatie van de polders, de komst van de Belgische vluchtelingen, de verpleging van zieken en gewonden, de aanleg van een militair vliegveld en ten slotte het oordeel dat Hellevoetsluis in de moderne oorlogsvoering geen enkele rol van betekenis meer speelde.