In de twintig verhalen van Kappers in het gras voert Felicitas Hoppe de lezer door raadselachtige werelden. Een gril van het lot of een merkwaardig toeval brengt haar personages op absurde plaatsen waar ze proberen te overleven. Ze zijn helden van het schampschot en ongelukzoekers. De dramaturgie van deze verhalen volgt de logica van de dromen. Noch voor de personages noch voor de lezer is er een vaste bodem. Felicitas Hoppe vertelt van overhaast vertrek en onzekere aankomst, familie- en kinderverhalen, melancholieke sprookjes en luchtige burlesken. Het komische en het griezelige liggen vlakbij elkaar. De vader verandert in een meubelstuk, huurders vallen van het balkon, de scheepsreis eindigt nooit, de douanier probeert tevergeefs de reizigers de plannen uit hun hoofd te praten. Het proza van Felicitas Hoppe bestaat uit geslepen miniaturen, literair en tegelijkertijd hoogst amusant, komisch, absurd, soms uiterst boosaardig, vol adembenemende Eantasie. Kappers in het gras is een boek voor liefhebbers van irriterende verhalen - in de traditie van beroemde groteske vertellers als Bohumil Hrabal en Daniil Charms. Felicitas Hoppe (1960) studeerde in Tübingen, Berlijn, Rome en de Verenigde Staten. Ze was dramaturge en journaliste, en woont en werkt nu als schrijfster in Berlijn. Voor Kappers in het gras kreeg ze de 'aspekte-Literaturpreis'. Die Zeit: 'Literatuur, bescheiden en groot tegelijkertijd: dit boek zetje niet na een keer lezen terug in de kast, deze verhalen lees je telkens weer opnieuw.'