Nina Dodaars denkt zich ontworsteld te hebben aan de opvoeding van haar ongehuwde moeder, een eenvoudige werkster. De grootouders van Nina's moeder vertrokken rond 1900 met paard en wagen, waarop zowel de inboedel als het gezin paste, van de Zeeuwse eilanden naar Rotterdam, om werk te zoeken. Een ontdekkingsreis naar ware liefde en opoffering, tegen het schitterende decor van het naoorlogse leven in een oude Rotterdamse havenwijk.