In Bekentenissen van Zeno, wel de eerste freudiaanse roman genoemd, vertelt Zeno Cosini, een bemiddelde zakenman uit Triëst, zijn levensgeschiedenis. Hij doet dat op aanraden van zijn psychiater, tot wie hij zich onder meer heeft gewend om van zijn ziekelijke rookverslaving af te komen.In zes hoofdstukken, elk rondom een belangrijke episode in zijn leven, onderwerpt hij zijn handelingen, overwegingen en gevoelens aan een minutieus onderzoek. Uit tal van bijzonderheden, die hij zich tot in details herinnert, bouwt hij een zo eerlijk mogelijk beeld van zichzelf op, vanuit een verlangen tot zelfverbetering. Zeno, een typische antiheld, leert zichzelf doorzien, maar aanvaardt wat hij ziet met humor. Hij bevindt zich voortdurend in discussie met zijn geweten en weet daarbij meestal op spitsvondige wijze te winnen. Zijn ironische aanvaarding strekt zich niet alleen uit tot hemzelf met zijn halfheden en ziektes, maar ook tot zijn familie, zijn huwelijk, zijn overspel en zijn commerciële avonturen.ltalo Svevo (pseudoniem van Ettore Schmitz, 1861 - 1928) werd pas echt bekend met zijn derde roman, Bekentenissen van Zeno, en dan nog vooral buiten de grenzen van Italië. Die bekendheid had hij niet in de laatste plaats te danken aan zijn Engelse leraar James Joyce en aan Valéry Larbaud. Helaas kwam hij enkele jaren na verschijnen van het boek om het leven bij een auto-ongeluk.