De karakters van Klara, zoals Klaske genoemd wil worden, en haar vader botsen keer op keer, helemaal nu ze verkering heeft met de katholieke Dominicus. Na de zoveelste aanvaring thuis, besluit ze bij haar oma in te trekken. Oma begrijpt haar en heeft eenzelfde karakter. Ook haar leven is niet over rozen gegaan. Klara besluit haar relatie met Dominicus op een laag pitje te zetten en vertrekt naar Zwitserland om daar als au pair te gaan werken. Het romantische idee blijkt niet overeen te komen met de werkelijkheid, want met zowel de taal als de gewoonten van het Zwitserse kanton heeft ze veel moeite. En brengt deze vlucht de oplossing voor haar problemen of ligt de oorzaak ook voor een groot gedeelte bij haarzelf?