Gebriëlle, dochter van een naar Senegal uitgezonden zendingsechtpaar komt voor het volgen van een zomercursus naar Frankrijk en wordt verliefd op docent David Hoffman. David is een jood, die als enige van zijn familie de vernietigingskampen heeft overleefd. Hij kan niet vergeten, en al helemaal niet vergeven, wat hem is aangedaan. Gabriëlle raakt in gewetensnood door haar gevoelens voor deze cynische jongeman. Buiten haar medeweten betrekt hij haar bij zijn activiteiten die verband houden met de Algarijnse onafhankelijkheidsoorlog. Al Gabriëlles opvattingen over geloof en vergeving lijken niet meer te kloppen. Ver van huis en gevangen in een gevaarlijk web van intriges beseft ze dat ze nog heel veel moet leren.