Wie had gemeend dat Antoine Bodar in navolging van Victor Hugo's Quasimodo nog eens klokkenluider zou worden - van Sint Jan? Zijn Esmeralda is de heilige Kerk. Maar wie is zijn Frollo? Waarom heeft Bodar zich niet rustig op het Bossche kussen gevlijd en zich vermeid in kringen en clubs van de Hertogstad? Waarom heeft hij klokken van Sint Jan geluid? Was hij zo onnozel niet te bevroeden dat hij daarmee de Bourgondische levensstijl zou verstoren? Wekken niet klokken in lange traditie tot wakker worden om waakzaam te zijn en te bidden? En mag niet elke luider zich in klingelen van de klepel gelukkig prijzen aldus porder te zijn? Wat bedoelt de klokkenluider met 'armlastige hovaardij'? En waarom heet locaal 2003 'het jaar van Bodar'? Heeft het monster van 's-Hertogenbosch zijn geboorte-oord met weemoed verlaten of heeft hij het vaderstedelijke stof fier van de schoenen geklopt? Wee en wel van de zwervende plebaan van een jaar de Romeinse Amsterdammer of de Amsterdamse Romein die terugspoort naar Brabant verwend door reizen en trekken, door vlugheid en vrijheid, door peinzing en mijmering. Geen baas en geen regelaar - wars van macht, alleen aanvaardend gezag. Evengoed geen verliezer maar winner, wel zaaier, geen oogster. Klokkenluider van Sint Jan behelst persoonlijke beschouwingen en dagboekaantekeningen uit leven en werk van een priester en geleerde in oude traditie omtrent cultuur en kunst, Kerk en liturgie, godsdienst en levenszin. Dit bijna altijd tegen de achtergrond van Bodar's plebaanschap aan de kathedrale basiliek van Sint Jan Evangelist te 's-Hertogenbosch.