Na de bundel Kutgedichten waarin de samenstellers Tsead Bruinja en Daniël Dee zich een weg door de Nederlandse poëzie baanden op zoek naar gedichten waarin het vrouwelijke geslachtsorgaan, oftewel aan de kut, een hoofd- of bijrol speelt, zijn nu in Klotengedichten de ballen aan de beurt. Het resultaat is een veelzijdige verzameling gedichten waarin het scrotum zingt, knarst en hinnikt.