Deel 1 van deze reeks beschreef de loopbaan van 2 jachtpiloten op Spitfire. Deel 2 was gewijd aan 2 landgenoten die op Beaufighter in de Middellandse Zee gevlogen hebben. Deel 3 geeft de biografie van 5 Belgen, die allen deel uitmaakten van de nachtjagers. De auteur, het persoonlijk dagboek van Sergeant Albert Petrisse (geboren in Ham-sur-Sambre) als leidraad nemend, beschrijft de ontsnapping van deze rijkswachter in 1941, zijn tocht door Frankrijk en zijn gevangenneming in Spanje (Miranda). Wanneer hij eindelijk Engeland bereikt vervoegt hij de luchtmacht en komt regelmatig de andere vier landgenoten tegen. Gepromoveerd in dezelfde groep vervoegen de 5 Belgen de Nachtjacht, die op dat ogenblik (midden 1944) met Mosquitos uitgerust was.Joseph Marchal uit Verviers vindt de dood bij een van de laatste oefenvluchten. Zijn vier kameraden, samengevoegd in 2 bemanningen, vervoegen de 219th Nightfighter Squadron&157; boven Amiens. De missies volgen elkaar op, routine en vervelend, maar noodzakelijk in de donkere hemel, meestal zonder enig teken van vijandelijke vliegtuigen. Kort voor het einde van de oorlog sneuvelt de bemanning Petrisse/Laloux boven het noorden van Duitsland, slachtoffer van de nog immer gevreesde flak. Mei 1945 enkel Besschop/Delbrouck zijn nog actief maar de 2 kunnen ook van de hernomen vrede niet genieten want in september 1945 zijn ze het slachtoffer van een ongeval tijdens een transportvlucht. Even goed geïllustreerd als de twee vorige deden, geeft deel 3 ons een nieuw beeld van de boeiende geschiedenis van onze landgenoten die gevlogen hebben bij de RAF in de 2de wereldoorlog. Het bevestigd opnieuw, indien nodig, de zware offers die onze piloten gebracht hebben.