Dit boek is bedoeld als leerboek voor de overdracht van de geloofsleer. Het boek begint met een inleiding op de belijdenisgeschriften, waarin de verschillende aspecten van het belijden van de kerk besproken worden. Achtereenvolgens worden de zes belijdenissen behandeld (kort ingeleid en uitgelegd). De behandeling gebeurt steeds volgens hetzelfde stramien: in een inleiding vooraf worden de bijzonderheden van het belijdenisgeschrift gegeven, daarna wordt de inhoud van elke belijdenis overzichtelijk weergegeven en wordt de tekst van elk geloofsartikel opgenomen. In de samenvatting wordt de inhoud van het geloofsartikel kernachtig verwoord. Er wordt een uitleg gegeven in de geest van de opstellers van de belijdenis, bijeengelezen uit hun geschriften. De achtergrond van het geloofsartikel maakt duidelijk wat er in het geding is, waarom het zo beleden en vertolkt wordt. De schriftgegevens laten zien dat het belijden op de Heilige Schrift gegrond is. Vereenvoudiging geeft aan hoe de geloofsleer aan kinderen en jongeren, maar ook aan ouderen, overgedragen kan worden, waarna wordt afgesloten met vragen die toetsen of de geloofsleer van de kerk gekend wordt.