De poëzie van Piet Gerbrandy komt als een even norse als hartstochtelijke man op de lezer af. Zijn gedichten staan onder hoogspanning: de bezieling wordt gegoten in klassieke vormen – en dankzij die concentratie worden grenzen overschreden. Krang en zing, de vijfde bundel van Gerbrandy, is een lyrisch leerdicht over het jaar, de vrouw, de oorlog en de aarde. Niet alleen de tijd, ook de taal wordt binnenstebuiten gekeerd in een ultieme poging greep te krijgen op het zingbare, dat als berkenbloesem verstuift.