Het is ongedwongen leven van de naamloze ik-verteller, een jonge student nog, verandert op slag wanneer hij voor het eerst de oogverblindende jonge vrouw ontmoet met wie hij een uiterst eigenaardige relatie gaat onderhouden. In ruil voor volstrekte kuisheid geeft zij hem toestemming haar leven te nemen op haar achtentwintigste verjaardag. Obsessie en onderwerping, onrust en verlangen zijn het gevolg van deze macabere eed. Niet hij maar zij zoekt echter steeds meer toenadering en (lichamelijke) intimiteit en trekt zelfs bij hem in. De jongen blijkt niettemin in staat zijn zedelijke zuiverheid te behouden. Maar op zeker moment, niet lang voor de bewuste achtentwintigste verjaardag, is de vrouw die hij steeds 'mijn meisje' noemt, zwanger.