Een satirische en nog altijd actuele beschrijving van onze samenleving met haar rangen en standen; een wirwar gedreven door hebzucht, hoogmoed, liefdeloosheid, domheid enz. Met tot slot de raad van de diep bewogen schrijver toch vooral de stilte in het eigen hart te zoeken, wil de mens de ware vrede binnengaan en zijn bestemming leren kennen. Comenius heeft deze twee boeken zó geschreven dat zij zonder meer in elkaar overlopen. Op de titelpagina licht hij ze aldus toe: “Een heldere beschrijving hoe in deze wereld en al haar aangelegenheden niets heerst dan dwaling en verwarring, onzekerheid en nood, leugen en bedrog, angst en ellende, en ten laatste afkeer van alles en vertwijfeling; Maar hoe hij, die zich met God de Heer alleen in de woonstede zijns harten binnensluit, zelf tot ware en volle vrede des gemoeds en tot blijdschap komt.’ Het eerste deel, een pelgrimage door onze dialectiek, is levendig geschreven, niets verbloemend en toch doortrokken met een fijne humor. Het tweede deel, dat de ‘thuiskomst’ tekent, ontroert en maakt tevens ontzaglijk blij!