In Quinnipak, een denkbeeldig negentiende-eeuws stadje, wonen de oogverblindende 'Jun met de mooie lippen' en haar man, meneer Rail. Hij is directeur van een glasfabriek en bedenker van dwaze plannen. Hij heeft het vaste voornemen een kaarsrechte spoorlijn van een tweehonderd kilometer aan te leggen. En dat alleen maar omdat hij de trein als een vliegend projectiel rechtdoor wil zien razen.