Het jaar 1998 zorgde voor een aardverschuiving in de Utrechtse politiek, want Leefbaar Utrecht kwam vanuit het niets met liefst 9 zetels in de gemeenterad. Deze nieuwe partij wilde meer openheid, meer zeggenschap voor de burgers, minder macht voor de ambtenaren en een einde aan de regenteske achterkamertjespolitiek. En dat lieten de Leefbaren horen ook, bij de monde van verbale kanonnen als de nieuwe raadsleden Yet van den Bergh, Walter Lenting en Henk Westbroek (Dat zegt u alleen maar omdat u volkomen incompetent bent!). Twee jaar later waren er vanwege de gemeentelijke herindeling - lees: de annexatie van Vleuten/De Meern - alweer nieuwe verkiezingen. Daarbij bleek dat de Leefbaren de onvrede van veel Utrechters verwoordden: de partij veroverde ditmaal zelfs 14 raadszetels. Vanzelfsprekend kwam Leefbaar Utrecht toen in het college met drie wethouders. Alle drie namen ze zware portefeuilles voor hun rekening, om op die manier de zelfgestelde doelen van Leefbaar na te streven. In hoeverre is het Leefbaar Utrecht gelukt om de eigen idealen te verwezenlijken? Hadden de kiezers gelijk door de partij in 2006 zo genadeloos af te straffen en met nog slechts 3 zetels naar de oppositie terug te sturen? Heeft Leefbaar na acht jaar beroering ook daadwerkelijk voor vernieuwing gezorgd? Op initiatief van twee vooraanstaande oud - Leefbaren, Broos Schnetz en Toon Gispen, ging auteur Ed van Eeden langs 26 betrokkenen. Allemaal vertelden ze hun eigen verhaal over Leefbaar Utrecht. Het geheel is geen doorwrochte wetenschappelijke studie over acht jaar Utrechtse gemeentepolitiek, maar een oral history. Daardoor biedt dit boek een tijdsbeeld vol feiten, verhalen, anekdotes en polemiek, al met al een stukje uiterst leesbaar Utrecht.