In 1934 stappen Jo Liese en Wolter Smit, een pasgetrouwd zendelingsechtpaar, op de boot naar Nederlands-Indië. Vanuit hun post op Sumatra schrijft Jo brieven naar haar familie in Leiden, waarin ze optimistisch is over werk, kinderen en huwelijk. Maar in haar aangrijpende dagboeken klaagt ze over eenzaamheid, worstelt ze met het geloof en vertelt ze over de problemen die ze heeft met Wolter. 'Gistermorgen viel je stille-tijd-boekje uit je tas en ik zag daarin staan op Oudejaarsdag: houd ik werkelijk niet meer van Zus? Dat je die vraag op kunt schrijven is voor mij het bewijs dat er iets niet in orde is in ons huwelijk. Het is een bewijs dat ik jouw innerlijk leven niet bevredig. Waarom niet? Waarom staan we op een dood punt?' Als Jo in 1999 overlijdt laat ze dozen vol dicht beschreven vellen papier en vele foto's na. Kristine Groenhart, de kleindochter van Jo en Wolter, heeft deze documenten bewerkt tot een ontroerend tijdsbeeld van het vooroorlogse Indië, de oorlogsjaren, de naoorlogse periode zowel in Nederland als in Indië, de jaren vijftig en de roerige jaren zestig en zeventig in Nederland tot aan het einde van de twintigste eeuw. De lezer wordt meegenomen op een tocht langs Jo's worsteling en strijd, haar feministische opvattingen, haar drang naar vrijheid, haar eenzaamheid, haar liefde voor de natuur en haar uiteindelijk verlies.