Het hartverscheurende verhaal van een meisje dat haar hele jeugd mishandeld werd, toch haar droom waarmaakte en de eerste zwarte rechter van Engeland werd. Constance Briscoe wordt geboren in Zuid-Londen in 1957 als dochter van George en Carmen Briscoe, een jong Jamaicaans stel dat naar Engeland kwam om het te maken. Constance wordt als enige van de zes kinderen jarenlang systematisch mishandeld, zowel lichamelijk als geestelijk, door haar eigen moeder en haar nieuwe vriend. Haar moeder haat haar, noemt haar te pas en te onpas lelijk, benadrukt hoe vreselijk ze het vind dat Constance geboren is en mishandelt haar elke avond voor het slapen gaan en elke ochtend nadat het bange meisje in haar bed heeft geplast. Ze wordt geslagen, geknepen, gekleineerd, uitgehongerd... en al die tijd koestert ze een droom, de droom om advocaat te worden. Ondanks alle tegenwerking weet ze de middelbare school te halen en een studiebeurs te verkrijgen... En uiteindelijk wordt ze de eerste zwarte rechter in Engeland. In een zeer eigen beeldende stijl vertelt Constance over al die jaren dat ze leed onder de handen van haar moeder en over de grote, bijna bovenmenselijke kracht die ze wist op te brengen om door te gaan en haar droom te verwezenlijken.