In dit boek vertelt Ad Wemmers over de aangename jeugd die hij heeft gehad in de Oost. Op tweejarige leeftijd verhuisde hij met zijn ouders naar Japan en werd daar, zoals alle kinderen vreselijk verwend. Hij had een heerlijk leventje, hoefde nauwelijks naar school en kreeg in de meeste dingen zijn zin. Hij maakte samen met zijn ouders mooie reizen, onder andere naar Amerika, speelde altijd buiten en maakte van alles mee. Wemmers beleefde een bijzondere jeugd, met veel vrijheid en hij vertelt zijn verhaal met humor en enthousiasme. Het boek is een bijzonder document met verhalen uit vervlogen tijden.