De laatste dagen van een aidspatiënt veraangenamen met liefdevolle zorg, het haar afknippen van een vrouw, wier haren decennia lang niet gekamd zijn, brutale boeven van repliek dienen, de voeten wassen van een vervuild persoon die niet van wassen gediend is; het is geen vanzelfsprekendheid meer in de zorg. In de kranten wemelt het van berichten over luierdagen in verpleegtehuizen en verwaarloosde ouderen die de hele dag in bed liggen. Esther Donkers, die jarenlang werkzaam was in de zorg, vertelt in haar verhalen juist over de bijzondere en mooie kanten van de zorg, de dingen die in de zorg óók gebeuren. Ze schept daarmee een beeld van minutieuze aandacht voor haar medemens en beschrijft haar patiënten met liefde, humor en opgewektheid. Haar boek is als een verzameling kijkdozen. Door ieder kijkgaatje zie je een korte episode uit het leven van iemand die zorg nodig heeft, en die ook krijgt. En door de ogen van Esther Donkers is ieder leven tot het laatste moment, en tot in het kleinste detail, waardevol. Ontroerend en adembenemend mooi.