Beeldend kunstenares Ida Klaver is gewend alles voortdurend ter discussie te stellen, vooral zichzelf. Regelmatig verandert ze van vriend en van levensstijl. Zo verruilt ze op zekere dag ook haar drankmisbruik voor koopziekte. Maar wanneer ze zich van die laatste kwaal met vallen en opstaan heeft weten te genezen slaat de twijfel aan eigen kunnen pas goed toe. Haar ongecompliceerde levensgezel geeft haar alle geld en ruimte, ze zou tevreden moeten zijn. In plaats daarvan wil ze vluchten, weg van de mensen en de portretten waarmee ze tot nu toe haar brood heeft verdiend. In een impuls neemt ze de trein naar haar geboortedorp. Daar ontmoet ze twee vakbroeders, een tekenaar en een fotograaf, die haar helpen zich te verzoenen met haar bestemming in de wereld van verf en vlees.