De korte roman De Hagenridder speelt zich af in De Wereld van het Lied van IJs en Vuur, ongeveer honderd jaar voor het begin van deze grote saga. Na de dood van zijn meester, een Hagenridder, eigent de jeugdige Dunk zich diens zwaard en titel toe en gaat op weg naar Esfoort, vastbesloten het toernooi te winnen dat daar op de Made wordt gehouden. Een en ander verloopt anders dan hij zich heeft voorgesteld, onder meer omdat een brutaal joch, Ei, niet van zijn zijde is weg te slaan. Bovendien moet Dunk er behoorlijk aan wennen als ridder door het leven te gaan.