Het is altijd weer een genoegen de kennismaking met die ongewone en boeiende familie Whiteoak van Jalna te hernieuwen en te verdiepen. De levensloop van de familieleden is steeds zo vol goede en kwade verrassingen, dat men met hen meeleeft als met goede, oude vrienden. In de laatste delen van de familiegeschiedenis nemen echter de jonge familieleden meer en meer de plaatsen in van de ouderen, maar het geluk en de pech van de oudere generatie blijft ook hun deel. Ook in dit boek in de Jalna-reeks nemen liefde en trots in deze grote, maar hecht verbonden familie, de geestdrift voor de ruitersport, mooie vrouwen en paarden, een belangstelling voor kunst een belangrijke plaats in. Maar ook de nieuwe tijd gaat niet aan hen voorbij. In 1939 gaat Renny met zijn dochter Adeline naar Ierland en zoekt naar een goed renpaard. Daarna gaan ze naar Londen waar Finch en Wakefield een carrière trachten op te bouwen als musicus en toneelspeler. De tweede Wereldoorlog laat de Whiteoak's ook niet onberoerd, ze leven van dag tot dag op het nieuws, en hun harten zijn vervuld van vreugde wanneer Wakefield een hoge vliegersonderscheiding krijgt. Voor de vele fans die de Whiteoak's zich hebben verworven, weer een even prachtige boek als alle voorgaande.