Halverwege de achttiende eeuw kwamen de stamvaders van de Surinaamse familie de Bye in Suriname aan, Jan Willem en Pieter Hendrik de Bye. De auteur, die behalve het historische naslagwerk Historische schetsen uit het Surinaamse Jodendom ook de historische romans Ter dood veroordeeld en Geloof, hoop en liefde op zijn naam heeft staan, reconstrueerde uit de ter beschikking staande gegevens het leven van Pieter Hendrik de Bye, Raad van Politie en Civiele Justite in Suriname, na het graf van deze notabele in de Nieuwe Oranjetuin teruggevonden te hebben. Deze roman speelt zich af in Suriname tijdens de slavernij, een tijd die niet alleen voor de negerslaven ruw en wreed, maar ook voor vele blanken nauwelijks uit te houden was, een feit dat velen over het hoofd zagen.