Een van Montesquieu's verdiensten is dat hij de eerste geschiedscahrijver was die het bovennatuurlijke volstrekt terzijde schoof; het is kenmerkend voor hem dat hij historische wetten waarnam en aldus het toeval of het lot negeerde. De geschiedenis, het relaas van wat 'geschied' was, interesseerde hem uitsluitend als middel om tot een interpretatie en een begrip van de feiten te komen. Terwijl elke geschiedschrijver van Rome vertelde hoe de dingen waren gebeurd, legt Montesquieu uit hoe ze konden gebeuren.