Al enkele jaren schrijven Hugo Camps en Bernard Dewulf om de beurt een column op de voorpagina van De Morgen. Commentaren bij de waan en de zin van de dag. Loerhoek bevat een selectie uit de columns die Dewulf schreef. In de krant, de kroniek van onze dagelijkse comédie humaine, probeert Dewulf zich vaak uit de greep van het nieuwe los te schrijven. Soms volstaat het dat hij in verwondering kijkt naar zijn kinderen, dan weer is er de troostende schoonheid van vrouwen, of van mooie zinnen: allerhande zinnelijkheid die zomaar oplicht in de grijze grammatica der dagen. Andere keren zijn dagelijkse gebeurtenissen dermate wreed, absurd, tragisch, hilarisch dat de zinnen daar als vanzelf hun gang mee gaan. Telkens weer zijn het pogingen om te ontstijgen, in de even reële als ideële luchtballon van woorden. Waarom ik altijd over die kinderen schrijf. Omdat ze licht geven. Vuurvliegjes zijn het, zoemend - en zeurend, zeker - door mijn bestaan. Dwars door alle onoplosbare metafysica en prullaria in het grote hoofd heen bewegen ze zich, met een lichtvoetigheid die ik me herinner als een droom. Ook dat doen ze: mij herinneren aan een voorbije gewichtsloosheid. Dan zou ik in hun lijfjes willen kruipen en opsa faldara. Als ik ze ’s ochtends wek – die lach. Het is het spiegelbeeld van mijn grijns. Dan oefen ik. Maar hun meesterschap bereik ik niet meer.