De Lof der Zotheid hoort tot het al in de Oudheid populaire genre van de paradoxale lofrede, waarin geprezen wordt wat niet prijzenswaardig is. Erasmus laat zich dan ook vaak inspireren door de sarcastische Griekse humorist Lucianus. Daarnaast verwerkte hij natuurlijk, in de beste humanistische traditie, talloze citaten van antieke auteurs in zijn werk. De Lof is uniek doordat de lezer voortdurend op het verkeerde been wordt gezet: moet hij in deze lofprijzing dóór de Dwaasheid ván de Dwaasheid haar uitspraken over de dwaasheid van alles en iedereen, inclusief de Kerk en haar dienaren, serieus nemen of is alles ironie? Of soms het een en soms het ander? Geen klassieker uit de wereldliteratuur heeft zoveel generaties aan het denken gezet en geleerd met open blik en gezond verstand de wereld te bezien.