In zijn nieuwe roman beschrijft Kester Freriks het verborgen leven van Madelon Székely-Lulofs. Het gaat over haar liefdes, het tropenbestaan, haar huwelijk en kinderen. De roman begint op het ogenblik dat de moeder van de hoofdpersoon stervende is. Zij lijdt aan dementie., Net als Madelon Lulofs is zij opgegroeid in Indië. Kester Freriks geeft in deze gevoelig geschreven roman een portret van een moeder die haar liefde voor Indië niet kan vergeten. Ook geeft hij antwoord op de vraag of wij een ander kunnen kennen. Hij gaat in op de kwetsbare verhouding tussen ouders en kinderen.