In deze publicatie wordt uitvoerig ingegaan op de controversiële geschiedenis van de Stichting Nederlands Kunstbezit (SNK) in de jaren 1945-1953. Deze organisatie was destijds namens de overheid verantwoordelijk voor de opsporing en het beheer van kunstwerken die door de bezetter naar Duitsland waren weggevoerd. Tot de kerntaken van de SNK behoorde mede de teruggave van roofkunst aan de veelal joodse eigenaars of hun erfgenamen. De talrijke persoonlijke geschiedenissen die in het boek worden behandeld illustreren hoe moeizaam dit teruggaveproces kon verlopen. In tal van gevallen zijn claims afgewezen, omdat belanghebbenden niet in staat waren om eigendomsbewijzen te leveren. In de jaren vijftig heeft de Staat vele kunstvoorwerpen die niet voor teruggave in aanmerking kwamen, bijvoorbeeld omdat zij vrijwillig waren verkocht of omdat de herkomst onbekend was, op veilingen verkocht. Een ander deel is bij het Rijk in beheer gebleven. De aanvankelijk zo geprezen SNK bleek na enige jaren nauwelijks tegen haar taken opgewassen. In 1948 werd daarom besloten tot een grootscheepse reorganisatie, die mede tot doel had het teruggaveproces te versnellen. Na de jaren vijftig raakte het onderwerp van de kunstrestitutie in de vergetelheid, totdat in de jaren negentig de discussie over deze problematiek opnieuw losbarstte. Vooral het teruggavebeleid van de SNK ten aanzien van kunstvoorwerpen geclaimd door joodse oorlogsslachtoffers of hun erfgenamen houdt de gemoederen bezig. In opdracht van een commissie onder voorzitterschap van dr. R.E.O. Ekkart hebben de auteurs uitvoerig historisch onderzoek verricht. In het boek Betwist Bezit beschrijven drs. Eelke Muller en drs. Helen Schretlen hoe de SNK te werk is gegaan bij de afwikkeling van de uit Duitsland teruggevoerde kunstvoorwerpen. De naoorlogse initiatieven om kunst aan de rechthebbenden terug te geven komen uitgebreid aan de orde. Maar ook wordt duidelijk dat de belangen van de individuele gedupeerden meer dan eens in het gedrang zijn gekomen vanwege het landsbelang: de zorg voor de culturele en financiële toestand van het berooide vaderland heeft een sterk stempel gedrukt op het restitutiebeleid. De auteurs zijn verbonden aan het Bureau Herkomst Gezocht (ministerie van OCenW), dat sinds 1998 onder toezicht van de Commissie Ekkart onderzoek doet naar de kunstvoorwerpen uit de NK-collectie.