Beukbergen, nu een van de grootste woonwagencentra van Europa, was ooit niet meer dan een kluitje wagens langs de kant van de weg. Een pleisterplaats voor scharenslijpers, stoelenmatters, venters, kermisexploitanten, muzikanten, aardappelrooiers, uienrapers en kersenplukkers. Mensen met beroepen die een reizend bestaan noodzakelijk maakten, en voor wie reizen een manier van leven werd. Vanaf de jaren zestig veranderde het woonwagenleven. Steeds vaker stond men al dan niet vrijwillig op een vaste standplaats, al bleven velen met een caravan reizen om de kost te verdienen. Beukbergen groeide ondertussen tegen de klippen op, zelfs toen de overheid in de jaren zeventig opsplitsing voorschreef van de grote kampen die in de jaren vijftig en zestig wet waren geworden. De Beukbergers verzetten zich tegen opsplitsing. Hun familie- en groepsbanden, de basis van hun leven en overleven, wilden ze niet opgeven. Ze zijn tot de dag van vandaag bij elkaar gebleven. Nu staan ze, samen met overheid en samenleving, voor de opgave om met behoud van eigenheid een wijk van Zeist te worden.