In de kroniek van de familie Whiteoak die geopend werd met Huize Jalna (Prisma nr. 684), worden de lezers nu meegenomen naar het jaar 1893: Adeline, die met haar onstuimige echtgenoot, kapitein Whiteoak, naar de Canadese wildernis is gekomen en daar een huis heeft gebouwd, regeert nog even ferm over Jalna als tevoren, hoewel het huis nu aan haar zoon Philip toebehoort. Deze heeft twee moederloze kinderen, Meg en Renny, en niet alleen hun grootmoeder Adeline maar ook over hun ooms en tantes zijn bezorgd over hun opvoeding. Daarom komt in de warme schoonheid van deze Canadese zomer Mary Wakefield uit Engeland om hun gouvernante te worden. Wat niemand heeft gezien, maar wat haast wel vanzelfspreekt: de jonge, knappe weduwnaar en de even knappe en jeugdige gouvernante vatten een diepe genegenheid voor elkaar op. Adeline probeert echter met al haar vrouwelijke slimheid te voorkomen dat er een nieuwe meesteres op Jalna zal komen, maar echte liefde overwint alles, óók de moeilijke hindernissen haar door een heerszuchtige oude dame in de weggelegd. Een vlot en boeiend boek over de impulsieve en hartveroverende Whiteoaks die ook nu ongetwijfeld velen opnieuw in hun ban zullen houden.